Afl. 8 - Vlodrop Station - plaats van vertier

Gepubliceerd op 13 december 2023 om 11:00

Tijdens het burgemeesterschap van Sjeng Maessen werd in 1879 station Vlodrop geopend. Wie niet beter weet, zou denken dat het afgelegen dorp Vlodrop daarmee opeens verbonden was met de grote wereld. Maar Vlodrop Station is misschien het Nederlandse station dat het verst verwijderd is van de hoofdkern van een dorp, dus voor het dorp zelf veranderde er bijna niets. Er kwam alleen – ver weg -- iets bij dat de streek tot dan niet kende.   

Industriële hart

Zodra het in de negentiende eeuw duidelijk was dat spoorwegen de Europese economie zouden gaan aanjagen, kwamen er plannen voor lijnen tussen de haven van Antwerpen en het industriële hart van de Duitse economie, het Ruhrgebied. Er waren verschillende tracés mogelijk en uiteindelijk koos de Belgische spoorwegmaatschappij in Midden-Limburg voor het traject over de Meinweg omdat een grote boseigenaar daar kosteloos zijn grond beschikbaar stelde, zodat hij zijn hout goedkoop kon laten afvoeren.

Het spoor zou daar de grens met Duitsland oversteken. Maar grenswachten en belastingambtenaren mochten alleen lijfsvisitatie op reizigers toepassen binnen vijfhonderd meter van de grens. Dus moest daar, ver weg van het dorp, een station komen. In de wijde omtrek op Nederlandse bodem woonde bijna niemand. (Het klooster Sankt Ludwig is pas later gebouwd.) Het meest dichtbij was de eenzame boerderij Craijhof, een smokkelaarsnest, die niet meer bestaat. De dorpen Dalheim en Herkenbosch lagen nog dichter bij Vlodrop Station dan Vlodrop zelf.

Een ingenieur van Rijkswaterstaat schreef: ‘Dit station ligt in eene woeste, afgelegene streek te midden van uitgestrekte bosschen en heidevelden van de graaf van Schaesberg, voor het verkeer van gering belang en zal dan ook weinig of niet worden gebruikt.’ Omdat er weinig reizigers werden verwacht, kreeg het stationsgebouw geen overkapping, waardoor het een kale indruk maakte. Toch vergiste de ingenieur zich, want Vlodrop Station zou een plek van handel, smokkel en vertier worden. (Tekst gaat door onder de foto.)


Bij de opening beschikte station Vlodrop over zes sporen met in totaal dertien wissels, in 1912 was dit aantal toegenomen tot twaalf sporen met meer dan dertig wissels. Er waren een watertoren, een locloods en twee seinhuizen. (Foto van stationsweb.nl)


Café en kapel

Vanaf 15 februari 1879 waren de spoorlijn en het station in gebruik en ze waren meteen een succes. Het aantal sporen en gebouwen groeide gestaag, ook het Duitse buurstation Dalheim werd steeds groter. Vlodrop Station werd geleidelijk uitgebreid met gebouwen, 21 personeelswoningen en uiteraard een café, Dalrust. Dat werd gedreven door Maria Potting, herbergiersdochter en echtgenote van burgemeester Sjeng Maessen.

Omdat het zo afgelegen was, kwam er in het station ook een ‘kapel voor de Rooms-Katholieke eeredienst’, waarschijnlijk een unicum in Nederland. Die kapel werd weer gesloten toen in 1909 het klooster Sankt Ludwig open ging en de inwoners van het afgelegen gehucht daar naar de mis konden gaan. Een groep stationsmedewerkers heeft zelfs eens gevraagd of Vlodrop Station een eigen schooltje kon krijgen, maar dat vond de gemeente te duur. De kinderen moesten maar met de trein naar een van de aangrenzende dorpen gaan.

De gloriejaren van Vlodrop Station lagen rond 1910. In die tijd werden richting België meer goederen vervoerd dan op de lijn tussen Zevenaar en Rotterdam. Het ging vooral om steenkool, hout, papier, kalk, meststoffen en graan. In 1913 passeerden dagelijks maar liefst duizend goederenwagons de grens. Het station was dag en nacht in bedrijf.

Vogelschieten

Al gauw had het gehucht zijn eigen schutterij en zangvereniging, die beide De Eendracht heetten. Elk jaar was er eind juni de Sint Janskermis, inclusief Vogelschieten, het afschieten van een houten vogel van een hoge paal. Wie het laatste stukje afschoot, mocht zich een jaar koning van de schutterij noemen.

Dat begon allemaal kort na de opening in 1879. De schutterij en de uitbater van café Dalrust kondigden de festiviteiten vooraf aan in de regionale kranten. Vanuit Roermond, Herkenbosch, Dalheim en de andere stationnetjes tot aan Mönchengladbach kon je natuurlijk gemakkelijk de trein naar Vlodrop Station pakken en meedoen met of genieten van het vogelschieten.

Twintig jaar na de opening, in 1899, was het station over de weg nog steeds nauwelijks bereikbaar. Het personeel dat bij het station woonde, nam in die tijd voor zijn boodschappen nog de trein naar Roermond, want alleen al naar de Rothenbach was de wandeling een half uur waarin men gedwongen was ‘tot aan de knieën door heide en zand te marcheeren’. Korte tijd later kwam daar verbetering in door het besluit van de gemeente om een ‘kiezelweg’ aan te leggen.

Jachtgeweer

Toch was de aantrekkingskracht van het landelijke oord groot en het vertier groeide. In 1899 was er begin juli op zondag en maandag kermis met Vogelschieten en andere ‘volksvermakelijkheden’ die plaatsvonden ‘in de tuin van de weduwe Maessen en georganiseerd door de Vereniging Dalrust’. Maar de daaropvolgende weken was er nóg twee keer ‘prijsvogelschieten’. Dat ging de jaren daarna elke zomer zo een paar keer door en het was een succes, zelfs als het door het slechte weer een beetje in het water viel. De Maas- en Roerbode noteerde in 1900 dat er ondanks het slechte weer veel mensen naar Vlodrop Station waren gekomen en ‘dat men in weinig gemeenten nabij Roermond in zulk een heerlijk belommerden tuin als die van Dalrust festiviteiten kan doen plaatshebben’. Het café was toen overgenomen door Leonard Deckers, die korte tijd later daarnaast hotel Deckers zou laten verrijzen, het huidige Hotel St. Ludwig. In de krant werd uiteraard ook het Duitse publiek uitgenodigd aan de schietwedstrijd deel te nemen. Er was dan ook werkelijk iets te halen, want in 1901 kon je er een dubbelloops jachtgeweer en verschillende geldprijzen winnen.

Tien jaar later was het nog steeds een geliefde plek. De foto boven deze aflevering is een ansichtkaart van Dalrust uit 1908 met de tekst ‘Gruss aus Vlodrop (Station-Holland)’. Het café ziet er vriendelijk uit met een kastelein met een lange witte schort, een gast met een strohoed, een meisje van een jaar of zes en een bosarbeider met zijn spanzaag. Dalrust lag op de plek waar nu het voormalige café Van Kempen staat.

Ondanks de lange weg om er te komen, was tot in de jaren twintig de kermis van Vlodrop Station een geliefd uitstapje. Er is een getuigenis uit die tijd waaruit blijkt dat daar niet alleen de gewone mensen, maar ook de pastoors van andere dorpen en de burgemeester vertier zochten en dat daarbij flink werd ingenomen. Dat komt over een paar weken aan de orde. Volgende week gaat het eerst over burgemeester Peter Maessen, de zoon van het echtpaar Maessen-Potting dat Dalrust exploiteerde. 


Bij deze foto van omstreeks 1930 schreef Coen Thevissen op stationsweb.nl: Het jubileum van stationschef De Bie (1e rij 4e van L). De meeste personen zijn bekend. 2e rij 2e van links: Koope Wullem. 3e rij 4e van links: Graet Moors. De zoon van Great (Great van Great Moors) en zijn kleinzoon.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.